Infoblad Protocol 1,5 mtr. economie
15 mei 2020
Vereniging VNO-NCW
www.vno-ncw.nl
Koninklijke Vereniging MKB-Nederland
www.mkb.nl
CWO/COB 20-11
infoblad
Protocollen 1,5 meter-economie
In dit infoblad geven MKB-Nederland en VNO-NCW informatie over de protocollen die branches/sectoren kunnen of moeten opstellen. Protocollen geven richting aan het veilig werken in bedrijven tijdens deze coronatijd.
Wat zijn protocollen?
Een protocol bevat een praktische invulling van de RIVM-richtlijnen voor ondernemers, medewerkers, bezoekers/klanten en leveranciers in een bepaalde branche of sector. Enerzijds is het doel om te zorgen dat een klant/gast op een veilige manier een bedrijf kan bezoeken en van zijn diensten gebruik kan maken. Anderzijds helpt het werknemers en leveranciers veilig te werken. Protocollen worden opgesteld door brancheorganisaties in afstemming met werknemersorganisaties of -vertegenwoordigers.
De overheid beschouwt de ingediende protocollen als een afspraak van de desbetreffende sector of branche met de bij hen aangesloten bedrijven en organisaties. De overheid geeft geen formele goed- of afkeuring.
A- en B-protocollen
A-protocollen
A-protocollen zijn protocollen voor open sectoren. A-protocollen zijn vrijwillig, maar moeten worden afgestemd met werknemers en het vakdepartement. Deze protocollen zijn dus geschikt voor sectoren (één of meerdere branches) die een soort informeel overheidsadvies en samenwerking met werknemersvertegenwoordiging wenselijk vinden. Premier Rutte heeft eind april in een debat met de Tweede Kamer gezegd dat deze A-protocollen van de branches zelf zijn en geen goedkeuring van de overheid nodig hebben. Afstemming is dus geen goedkeuring.
B-protocollen
B-protocollen zijn protocollen voor gesloten sectoren die weer open willen. Een protocol is een voorwaarde voor een sector om open te mogen. Ook voor B-protocollen geeft de overheid geen formele goed- of afkeuring, maar wel advies en ondersteuning, zodat de protocollen goed aansluiten bij de gezondheidsadviezen. De sector kan vervolgens zelf het protocol vaststellen. De sector is ook zelf verantwoordelijk voor naleving van het protocol. Een vastgesteld B-protocol betekent echter niet dat de sector meteen open mag; hiervoor is een aparte politieke beslissing nodig.
Waaraan moet een protocol voldoen?
Een protocol moet van de overheid voldoende aandacht besteden aan:
a. RIVM-richtlijnen:
i) afstand houden
ii) bescherming
iii) hygiënemaatregelen.
b. naleving van de maatregelen door betrokkenen
c. alle facetten/ruimtes van bedrijven in een sector
d. externe effecten zoals vervoer van medewerkers en drukte voor de deuren
e. volledige communicatie naar alle stakeholders via toegankelijke tekst en/of beeld
f. uitvoerbaarheid: is het protocol voldoende operationeel gemaakt?
g. totstandkoming: zijn vakdepartement en werknemersorganisaties betrokken?
Juridische status protocollen
De protocollen hebben volgens de overheid geen juridische status. Dat betekent dat ze geen wettelijke basis of rechtsgevolgen hebben. Ze geven echter wel praktisch invulling aan de aanwijzing COVID-19 van de minister van VWS en de noodverordeningen van de veiligheidsregio’s. Als hieraan niet wordt voldaan, kan gehandhaafd worden door politie (enkel in de publieke ruimte), bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente (boa’s) en toezichthouders. Een protocol valt dus onder zelfregulering.
De Inspectie SZW handhaaft niet op basis van de protocollen. De Inspectie SZW kan wel handhaven op basis van arbowetgeving als het om relatie werkgever-werknemer gaat. Daaronder valt dat er in een bedrijf veilig moet kunnen gewerkt, dus ook zonder gevaar voor besmetting met corona.
Op dit moment is in de aanwijzing en noodverordening vastgelegd welke sectoren de overheid heeft gesloten. Hierin wordt eventueel opgenomen onder welke voorwaarden een sector wel geopend kan zijn. De aanwijzing en noodverordening zijn en blijven de juridische basis.
Het kabinet heeft een Spoedwet of Kaderwet Covid 19 in het vooruitzicht gesteld. De tekst is nog niet bekend, zodat nog niet duidelijk is, wat dit betekent voor de protocollen. VNO-NCW en MKB-Nederland zullen erop aandringen, dat de protocollen onder de nieuwe wet hun betekenis kunnen behouden.
De procedure
Een brancheorganisatie stelt een protocol op en stemt deze af met werknemersorganisaties of -vertegenwoordiging. Daarna geleiden MKB-Nederland en VNO-NCW het protocol door naar een interdepartementale werkgroep onder leiding van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Infrastructuur en Waterstaat (I&W), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Financiën.
De open sectoren (A-protocollen) krijgen vervolgens een e-mail van deze werkgroep met verbetersuggesties. De branche kan aan de slag met deze suggesties en het protocol vervolgens publiceren. Het protocol hoeft geen tweede keer te worden voorgelegd aan de werkgroep.
Voor de B-protocollen geldt dat er vanuit het zogenoemde Project Continuïteit ook een impactanalyse wordt gemaakt van de effecten op openbaar vervoer, openbare ruimte en handhaving die gepaard gaan met het weer opengaan van een sector.
De werkgroep ziet erop toe dat protocollen niet leiden tot méér maatschappelijk verkeer dan zou gebeuren in de situatie zonder protocol. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat met een protocol wordt afgeweken van de RIVM-regel om waar mogelijk thuis te werken.
De procedure voor gesloten sectoren is formeel zwaarder en kent meer gremia die een oordeel moeten vellen (ook de interdepartementale commissie crisisbeheersing ICCB en de ministeriële commissie crisisbeheersing MCCB, met name met oog op het politieke besluit om open te gaan). Maar ook hier geldt in principe dat branches hun protocol kunnen publiceren zodra het advies van de interdepartementale werkgroep verwerkt is.
Er is echter nog een politiek besluit nodig om open te mogen.
Alternatief: de handreiking
Open sectoren en branches die geen behoefte hebben aan een overheidstoets en waarvoor die ook niet is verplicht, kunnen er ook voor kiezen om een handreiking te maken voor hun leden, met advies over het toepassen van de RIVM-richtlijnen in hun sector.
Hoewel zo’n handleiding of handreiking inhoudelijk niet per se verschilt van een protocol, adviseren VNO-NCW en MKB-Nederland branches - om verwarring te voorkomen - de term protocol vooral te gebruiken voor documenten die de bovengenoemde formele procedure hebben doorlopen, waaronder afstemming met werknemersorganisaties.
Stand van zaken
Voor bijna alle gesloten sectoren geldt dat er B-protocollen zijn ingediend bij de interdepartementale werkgroep. Branches wachten nu op feedback.
Er is een aantal brede A-protocollen vastgesteld, waaronder voor de sectoren bouw & techniek en transport & logistiek. In de maak is nog een breed mobiliteitsprotocol en een industrieprotocol. Naar verwachting zullen er weinig tot geen A-protocollen meer bijkomen.
Gezond en veilig werken
Gezond en veilig werken en specifiek de uit de Arbeidsomstandighedenwet voortvloeiende verplichtingen, zoals de risico-inventarisatie en -evaluatie worden niet in een protocol geregeld. Een centrale naar de aard van de bedrijfsactiviteiten modulair vormgegeven aanpak, zal daarvoor worden opgesteld. Bedrijven kunnen die aanpak overnemen. Het staat partijen vrij om aanvullende afspraken in een protocol te maken.
Communicatie
MKB-Nederland en VNO-NCW werken momenteel aan een website waarop de protocollen en informatie rondom protocollen ontsloten zal worden. Wanneer deze gereed is zal hier nader over bericht worden. Definitieve protocollen zijn nu te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Colofon
Dit infoblad is een uitgave van de
Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en Vereniging VNO-NCW,
Postbus 93002,
2509 AA Den Haag
T. 070 – 349 09 09
www.mkb.nl/ www.vno-ncw.nl/
Dit infoblad is met zorg samengesteld. Er kan echter geen enkele aansprakelijkheid worden aanvaard voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden.
Vermenigvuldiging van (delen van) deze uitgave is toegestaan, mits met bronvermelding.
© Copyright VNO-NCW en MKB-Nederland mei 2020
www.vno-ncw.nl
Koninklijke Vereniging MKB-Nederland
www.mkb.nl
CWO/COB 20-11
infoblad
Protocollen 1,5 meter-economie
In dit infoblad geven MKB-Nederland en VNO-NCW informatie over de protocollen die branches/sectoren kunnen of moeten opstellen. Protocollen geven richting aan het veilig werken in bedrijven tijdens deze coronatijd.
Wat zijn protocollen?
Een protocol bevat een praktische invulling van de RIVM-richtlijnen voor ondernemers, medewerkers, bezoekers/klanten en leveranciers in een bepaalde branche of sector. Enerzijds is het doel om te zorgen dat een klant/gast op een veilige manier een bedrijf kan bezoeken en van zijn diensten gebruik kan maken. Anderzijds helpt het werknemers en leveranciers veilig te werken. Protocollen worden opgesteld door brancheorganisaties in afstemming met werknemersorganisaties of -vertegenwoordigers.
De overheid beschouwt de ingediende protocollen als een afspraak van de desbetreffende sector of branche met de bij hen aangesloten bedrijven en organisaties. De overheid geeft geen formele goed- of afkeuring.
A- en B-protocollen
A-protocollen
A-protocollen zijn protocollen voor open sectoren. A-protocollen zijn vrijwillig, maar moeten worden afgestemd met werknemers en het vakdepartement. Deze protocollen zijn dus geschikt voor sectoren (één of meerdere branches) die een soort informeel overheidsadvies en samenwerking met werknemersvertegenwoordiging wenselijk vinden. Premier Rutte heeft eind april in een debat met de Tweede Kamer gezegd dat deze A-protocollen van de branches zelf zijn en geen goedkeuring van de overheid nodig hebben. Afstemming is dus geen goedkeuring.
B-protocollen
B-protocollen zijn protocollen voor gesloten sectoren die weer open willen. Een protocol is een voorwaarde voor een sector om open te mogen. Ook voor B-protocollen geeft de overheid geen formele goed- of afkeuring, maar wel advies en ondersteuning, zodat de protocollen goed aansluiten bij de gezondheidsadviezen. De sector kan vervolgens zelf het protocol vaststellen. De sector is ook zelf verantwoordelijk voor naleving van het protocol. Een vastgesteld B-protocol betekent echter niet dat de sector meteen open mag; hiervoor is een aparte politieke beslissing nodig.
Waaraan moet een protocol voldoen?
Een protocol moet van de overheid voldoende aandacht besteden aan:
a. RIVM-richtlijnen:
i) afstand houden
ii) bescherming
iii) hygiënemaatregelen.
b. naleving van de maatregelen door betrokkenen
c. alle facetten/ruimtes van bedrijven in een sector
d. externe effecten zoals vervoer van medewerkers en drukte voor de deuren
e. volledige communicatie naar alle stakeholders via toegankelijke tekst en/of beeld
f. uitvoerbaarheid: is het protocol voldoende operationeel gemaakt?
g. totstandkoming: zijn vakdepartement en werknemersorganisaties betrokken?
Juridische status protocollen
De protocollen hebben volgens de overheid geen juridische status. Dat betekent dat ze geen wettelijke basis of rechtsgevolgen hebben. Ze geven echter wel praktisch invulling aan de aanwijzing COVID-19 van de minister van VWS en de noodverordeningen van de veiligheidsregio’s. Als hieraan niet wordt voldaan, kan gehandhaafd worden door politie (enkel in de publieke ruimte), bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente (boa’s) en toezichthouders. Een protocol valt dus onder zelfregulering.
De Inspectie SZW handhaaft niet op basis van de protocollen. De Inspectie SZW kan wel handhaven op basis van arbowetgeving als het om relatie werkgever-werknemer gaat. Daaronder valt dat er in een bedrijf veilig moet kunnen gewerkt, dus ook zonder gevaar voor besmetting met corona.
Op dit moment is in de aanwijzing en noodverordening vastgelegd welke sectoren de overheid heeft gesloten. Hierin wordt eventueel opgenomen onder welke voorwaarden een sector wel geopend kan zijn. De aanwijzing en noodverordening zijn en blijven de juridische basis.
Het kabinet heeft een Spoedwet of Kaderwet Covid 19 in het vooruitzicht gesteld. De tekst is nog niet bekend, zodat nog niet duidelijk is, wat dit betekent voor de protocollen. VNO-NCW en MKB-Nederland zullen erop aandringen, dat de protocollen onder de nieuwe wet hun betekenis kunnen behouden.
De procedure
Een brancheorganisatie stelt een protocol op en stemt deze af met werknemersorganisaties of -vertegenwoordiging. Daarna geleiden MKB-Nederland en VNO-NCW het protocol door naar een interdepartementale werkgroep onder leiding van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Infrastructuur en Waterstaat (I&W), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Financiën.
De open sectoren (A-protocollen) krijgen vervolgens een e-mail van deze werkgroep met verbetersuggesties. De branche kan aan de slag met deze suggesties en het protocol vervolgens publiceren. Het protocol hoeft geen tweede keer te worden voorgelegd aan de werkgroep.
Voor de B-protocollen geldt dat er vanuit het zogenoemde Project Continuïteit ook een impactanalyse wordt gemaakt van de effecten op openbaar vervoer, openbare ruimte en handhaving die gepaard gaan met het weer opengaan van een sector.
De werkgroep ziet erop toe dat protocollen niet leiden tot méér maatschappelijk verkeer dan zou gebeuren in de situatie zonder protocol. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat met een protocol wordt afgeweken van de RIVM-regel om waar mogelijk thuis te werken.
De procedure voor gesloten sectoren is formeel zwaarder en kent meer gremia die een oordeel moeten vellen (ook de interdepartementale commissie crisisbeheersing ICCB en de ministeriële commissie crisisbeheersing MCCB, met name met oog op het politieke besluit om open te gaan). Maar ook hier geldt in principe dat branches hun protocol kunnen publiceren zodra het advies van de interdepartementale werkgroep verwerkt is.
Er is echter nog een politiek besluit nodig om open te mogen.
Alternatief: de handreiking
Open sectoren en branches die geen behoefte hebben aan een overheidstoets en waarvoor die ook niet is verplicht, kunnen er ook voor kiezen om een handreiking te maken voor hun leden, met advies over het toepassen van de RIVM-richtlijnen in hun sector.
Hoewel zo’n handleiding of handreiking inhoudelijk niet per se verschilt van een protocol, adviseren VNO-NCW en MKB-Nederland branches - om verwarring te voorkomen - de term protocol vooral te gebruiken voor documenten die de bovengenoemde formele procedure hebben doorlopen, waaronder afstemming met werknemersorganisaties.
Stand van zaken
Voor bijna alle gesloten sectoren geldt dat er B-protocollen zijn ingediend bij de interdepartementale werkgroep. Branches wachten nu op feedback.
Er is een aantal brede A-protocollen vastgesteld, waaronder voor de sectoren bouw & techniek en transport & logistiek. In de maak is nog een breed mobiliteitsprotocol en een industrieprotocol. Naar verwachting zullen er weinig tot geen A-protocollen meer bijkomen.
Gezond en veilig werken
Gezond en veilig werken en specifiek de uit de Arbeidsomstandighedenwet voortvloeiende verplichtingen, zoals de risico-inventarisatie en -evaluatie worden niet in een protocol geregeld. Een centrale naar de aard van de bedrijfsactiviteiten modulair vormgegeven aanpak, zal daarvoor worden opgesteld. Bedrijven kunnen die aanpak overnemen. Het staat partijen vrij om aanvullende afspraken in een protocol te maken.
Communicatie
MKB-Nederland en VNO-NCW werken momenteel aan een website waarop de protocollen en informatie rondom protocollen ontsloten zal worden. Wanneer deze gereed is zal hier nader over bericht worden. Definitieve protocollen zijn nu te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Colofon
Dit infoblad is een uitgave van de
Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en Vereniging VNO-NCW,
Postbus 93002,
2509 AA Den Haag
T. 070 – 349 09 09
www.mkb.nl/ www.vno-ncw.nl/
Dit infoblad is met zorg samengesteld. Er kan echter geen enkele aansprakelijkheid worden aanvaard voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden.
Vermenigvuldiging van (delen van) deze uitgave is toegestaan, mits met bronvermelding.
© Copyright VNO-NCW en MKB-Nederland mei 2020